Over tweedehands Uienrooimachines

Het rooien van uien lijkt simpel, met eenvoudige machines. Het lijkt alsof er weinig mis kan gaan, toch is een goede afstelling van de uienrooier en uienlader belangrijk voor de kwaliteit van het product. Rooibeschadigingen door verschillende oorzaken zijn ideale invalspoorten voor ziekten.

Afstellen van de uienrooier

Hieronder staat een aantal tips om de uienrooier goed af te stellen, om zo de kans op beschadigingen te minimaliseren, waardoor een beter eindproduct over blijft. Een algemeen voordeel van vochtige grond is dat er minder snel rooibeschadigingen ontstaan.

Uienklep langzaam openen

Soms is een uienrooier uitgerust met een uienklep, om aan het begin van het zwad de uien op te vangen, zodat deze niet op de kopakker vallen. Voor een goed droogresultaat moeten hoge uienhopen vermeden worden. Daarvoor is het aan te bevelen de klep langzaam te laten openen. De snelheid is in te stellen door smoring aan de snelkoppelingen van de hydrauliek verder open of dicht te draaien.

Stabiliseringsstang op slot

Om de rooier goed achter de trekker te laten rijden, kunnen de stabiliseringsstangen worden vastgezet. De hefinrichting kan onderin zakken: de rooidiepte wordt geregeld door de loopwielen aan de rooier. Rooi, als het kan, aan het einde van het bed iets verder dan de uien. Zo wordt voorkomen dat uien uit de machine rollen. Til daarna pas de machine uit de grond.

Topstang vrij in sleutelgat

De topstang moet tijdens het rooien vrij in het sleutelgat hangen. Zo kan de uienrooier als een bodemvolgend karretje achter de trekker aan rollen. De uienrooier moet vooraan volledig op de loopwielen rijden. Zorg daarom wel dat de schijven bij de invoer scherp zijn en niet te diep staan. Anders kan de machine daarop gaan steunen, zeker bij het rooien onder droge omstandigheden.

De juiste rooidiepte

De loopwielen vooraan de uienrooimachine bepalen de rooidiepte. Deze rijden over het bed tussen de rijen. Soms wordt de diepte aangestuurd via een automatische diepteregeling. Houd wat grond tussen de beitel of de rooias en de ui. Richtlijn bij asrooiers is: het hart van rooias is ter hoogte van de onderkant van de diepste ui. Die zit vaak in de buitenste rij. Bij beitelrooiers moeten de beitels net onder de kont van de diepste ui doorgaan.

Niet te veel klop op de mat

Rooi met weinig klop, zodat de zeefgrond achter op de uienrooimachine net weg is. Vaak zakt deze grond snel door de rooimat. Bij veel grond kan een mat met een grotere steek, bijvoorbeeld steek 50 op de eerste mat, een optie zijn om zonder intensief schudden veel grond kwijt te raken. De doorval is dan 40 mm, maar door de grond vallen uien onder 35 mm er niet door. Voor de tweede mat is steek 40 prima. Een voordeel van natte grond is dat uien minder beschadigen.

Bulldozeren voorkomen door aandrukrol op lichte grond

De uienrooier loopt aan de achterzijde voornamelijk op een aandrukrol. Deze zorgt voor een vaste bodem waarop de uien beter drogen en vanwaar ze schoner te laden zijn. De wielen achter de rol moeten ongeveer een centimeter dieper staan dan de rol. Dit is goed af te stellen op een vlakke en verharde ondergrond. Zeker op lichte grond zijn de wielen nodig, om bulldozeren van de rol te voorkomen.

Tips voor het werken met de uienlader

Het lijkt soms onbelangrijk hoe de uien van het land komen. Toch zijn ook hier aandachtspunten.
Vermijd ook beschadigingen bij het uienladen. Ook hier geldt: hoe voorzichtiger, hoe beter. Zeker als de uien nog de hele winter in bewaring moeten liggen. Beschadigingen tijdens de oogst kunnen in de bewaring verkurken van de eerste schilrot veroorzaken. Ook wordt de kiemrust verstoord.

• Laad uien als deze winddroog zijn, dat beperkt versmering. Dit betekent niet dat uien de eerste weken op het land moeten liggen. 
• Beperk bij het uienladen de valhoogtes: die mogen maximaal 40 á 50 cm zijn. Dus de zwanenhals van de uienlader niet te hoog boven de kieper. Houd verder de snelheid van de opvoerband laag, om wegschieten van de uien te beperken.
• Houd de matten van de uienlader zo vol mogelijk om beschadigen te voorkomen. Hierbij wordt een maximale snelheid geadviseerd van de eerste zeefketting van 70 meter per minuut bij een rijsnelheid van 4 kilometer per uur.
• Gebruik de kloppers minimaal. De loofrollen moeten uit zijn of met de transportrichting meedraaien.
• Kiep de kipper niet direct helemaal omhoog tijden het lossen in de stortbak. Door de grote druk onderin kan de rolbodem van de stortbak de uien kaal pellen.

Hier vindt u de actuele voorraad gebruikte uienrooimachines van Holaras, Grimme - Asa Lift, Keulmac, Samon, Cebeco en Maclouis.